Prunus padus

Vogelkers

Prunus padus, lid van de Rosaceae-familie is een inheemse heester die tot boom uitgroeit. Heeft een dichte breed eironde kroonvorm en een hoogte tot 15m als men hem opsnoeit tot een boom. Vertakt groeiend vormt hij een struik van 4 tot 5 m hoog. De schors van de stam en oudere takken is dof zwartbruin met lichte lenticellen terwijl de twijgen roder zijn. De takken verspreiden een bittere amandelgeur als ze gebroken worden. De bladeren zijn donkergroen van boven en blauwgroen van onderen met talrijke donsblaadjes aan de onderkant. Ze zijn ovaal tot omgekeerd eirond en fijn getand langs de randen en 6 tot 12 cm lang. Het blad neemt in de herfst mooie rode tot geeloranje tinten aan voor het afvalt. De bloei vindt plaats in april en mei met bloemen van 5 witte bloemblaadjes, 1 tot 1,5 cm in diameter met een heerlijke amandelgeur, in hangende trossen van ongeveer 15 cm lang. De nectarrijke bloemen worden bestoven door insecten en vormen zwarte 'kersen' ter grootte van een erwt die in juli en augustus rijpen. Deze vlezige, grote stenige bessen hebben een bittere tot zure en samentrekkende smaak en worden soms gebruikt om likeur, gelei of jam van te maken. De oogst is ongelijkmatig en varieert volgens een 3-jaarlijkse cyclus.

Beknopte eigenschappen

Bloeiperiode