Vragen? Contacteer ons hier.
Kurkiep
De 'Suberosa'-Iep heeft een opgaande groeiwijze en een piramidale kroon. Het is een grote, zeer winterharde, zeer traag groeiende struik of kleine bladverliezende boom, die een hoogte van ongeveer 7 m en een breedte van 3 m bereikt, afhankelijk van de groeiomstandigheden. De schors die de stam en takken bedekt, is aanvankelijk glad, maar barst na verloop van tijd en ontwikkelt min of meer spectaculaire kurklijsten. Het blad doet denken aan hazelaar en els. Maar bij de veldiep is het blad asymmetrisch aan de basis, ter hoogte van de bladsteel. De bladeren, 8 tot 10 cm lang, zijn ovaal, afgerond en ruw, met fijn getande randen. Ze zijn zachtgroen bij het ontluiken en worden heldergroen aan de bovenkant, met roodachtige klierpuntjes met kleine haartjes aan de onderkant. Voordat het blad valt, neemt het in de herfst prachtige gele, oranje en rode kleuren aan. Ulmus minor 'Suberosa' produceert een onopvallende bloei in maart-april, voordat de bladeren verschijnen. Trossen kleine rode bloemen ontwikkelen zich op de tweejarige twijgen. De bloemen worden gevolgd, op vrouwelijke planten en in aanwezigheid van mannetjes, door tweekleurige gevleugelde vruchten, lichtrood in het midden en limoengeelgroen aan de rand.
Hoogte volgroeide plant: | 5 - 7,5 M |
Bloemkleur: | bruin, rood, groen |
Standplaats: | halfschaduw, zon |
Detailfoto's zijn een momentopname. Afhankelijk van seizoen kan deze er anders uitzien m.b.t. bloei, hoogte, blad, ...
Breedte: | 2,5 - 3 M |
Winterhard: | winterhard |
Bladkleur: | groen, geel, oranje, rood |
Vruchtkleur: | groen |
Groenblijvend: | bladverliezend |